Opvallend ingetogen
Zelfs dof afgewerkt blijft natuursteen een opvallende verschijning. Kleuren en structuren zijn nog subtiel zichtbaar en het materiaal toont heel ‘puur’.
Gezaagd
Het zagen van een plaat of tegel laat sporen achter op het steenoppervlak. Een raamzaag, waarbij het zaagblad horizontaal heen en weer beweegt, laat parallelle rillen achter. Terwijl een cirkelzaag cirkelvormige slagen in het steenoppervlak te zien geeft. Rillen en slagen zijn in het algemeen bij harde steensoorten zoals graniet beter zichtbaar dan bij zachtere steensoorten zoals kalksteen.
Geschuurd (geslepen)
Sporen van het zagen worden bij het schuren grotendeels verwijderd. Men begint met een grofkorrelige schuurschijf die meermalen wordt ingewisseld door een fijnere. De fijnere schijf slijt telkens de krassen weg van de voorgaande ‘schuurronde’. Vooral bij het grof schuren zijn deze krassen goed zichtbaar. Een fijn geschuurd oppervlak wordt ook wel aangeduid als een geslepen oppervlak.
Oud gemaakt (antico, getrommeld, enz.)
Natuursteen wordt na tientallen jaren mooi oud. Dit effect kan ook bij nieuwe toepassingen op een mooie manier worden nagebootst. Dat wordt vooral bij marmers en kalkstenen gedaan, maar kan ook bij andere steensoorten. Er zijn verschillende bewerkingen:
- Door een zuur op het oppervlak te laten inwerken. Dit kan alleen bij kalkhoudende steensoorten. Het zuur vreet eerst de meest poreuze delen aan, waardoor insluitingen en aders worden benadrukt. Naast ‘oud gemaakt’ zijn er nog vele aanduidingen voor deze oppervlaktebewerking in omloop, zoals: antiek gemaakt, gezuurd, antico of anticato.
- Door de tegels te ’trommelen’. In een draaiende trommel buitelen de tegels over elkaar, met een versnelde slijtage tot gevolg. Hierbij slijten de tegelranden rond af. Naast ‘oud gemaakt’ worden tegels met deze bewerking ook wel genoemd: antiek gemaakt of getrommeld.